Fons Moordtgat is reus 'Fons de Moppentapper'
We trokken naar de echte onvervalste Fons Moordtgat die model stond voor de nieuwe reus of nog een grotere broer van Prins Koven (1982) en Jos De Kasseidief (1986) van de Carnavalvereniging De Nachtvlinders. Voor Fons was het zeker een verrassing: "Zo’n dingen verwacht ge immers niet, maar ja, beslissingen van het bestuur van de Nachtvlinders of van ‘het algemeen welzijn’ kunt ge niet tegenhouden awa. Toen ze het mij kwamen vragen was de zaak eigenlijk al geregeld, het materiaal voor een reus was al besteld. Maar ze wisten het wel dat ik nogal een de brede kant ben en dat allemaal geen rol speelt voor mij. ’t Is plezant awa."
Fons behoorde al bij de eersten die het Haasdonkse Carnaval op gang brachten. Hij met ‘dikke’ Jos Steenssens, die ook al een reus rondlopen heeft in Haasdonk. Het moet dus minstens al 25 jaar zijn dat de Moordtgat zich verdienstelijk maakt bij De Nachtvlinders en alles wat er rond hangt. "We zijn in die tijd samengegaan met de muziekmaatschappij en nog gedeeltelijk met de mannen van de sport ook. Het groeide stilletjes aan. Ik weet niet of ik het wel mag zeggen, maar vanuit de jeugd si er nog bitter weinig belangstelling om er bij te komen. Maar zolang dat de ‘oude glories’ nog trekken, dan is de zaak gezond."
Om de reus naar zijn beeld en gelijkenis te maken, waren de mannen van de Nachtvlinders naar Fons gekomen met het smoesje dat ze een paar foto’s van hem moesten maken. Hij vermoedde toen zeker niet wat er te gebeuren stond.
Fons ging het schepsel nu al eens bekijken. Het hoofd toch. "Er zijn er wel die beweren dat ik wat op gelijk." ’t Is in ieder geval 'Fons de Moppentapper' en er op gelijken of niet, ’t is hem. "Naar het schijnt hebben ze mij altijd aanzien als een moppentapper", lacht hij. En hij vertelde ons zijn mooiste mop over de Standaard-Boekhandel. We gaan ze hier niet publiceren maar stellen voor dat Fons ze vertelt wanneer zijn reuzengedaante wordt voorgesteld op 21 september.
"Ik ben er nu 81 en dat begint te tellen", aldus Fons die nog overal goed bij betrokken is, "Ik doe nog redelijk goed mee ja, al zijn er wel momenten dat ge zegt: het zou beter of anders kunnen maar ’t is zoals het is en ’t is niet zoals we het zouden willen."
Fons Moordtgat is een rasechte Haasdonkenaar. "Hier gewonnen en geboren", zegt hij. En gans Haasdonk kent hem. Hij woont er ook zo graag. "Het is hier nog altijd kleinschalig maar het gezegde ‘iedereen kent iedereen’ dat is een beetje voorbijgestreefd, maar als ik een beetje terug ga in de tijd, dan moet ik zeggen dat ik alle mensen kende die hier woonden. We wisten wanneer er iemand ging trouwen, we wisten het als ze gingen verhuizen, we kenden de ganse familie en wisten zelfs wanneer ze een kleine gingen kopen. Ik vond het hier goed in Haasdonk bij wijze van spreken. Ik ben maar één ding beu en dat is de E17 die hier voorbij loopt. We hebben daar wreed veel last van, maar ja, ’t is het goede met het slechte awa."
Nu heeft Fons Moordtgat toch iets dat hem eigenlijk onsterfelijk zal maken in Haasdonk. De reus zal er altijd zijn en de herinnering aan hem levendig houden. Is hij daar niet fier op? "Misschien wel, het strekt me enigszins tot nadenken en anderzijds tot een zekere hovaardigheid. Tot nadenken, omdat er misschien mensen zijn die ‘achter mijn gat’ zeggen: dien oude zageman. Maar het is goed. Ik ben content en ik hoop nog lang te kunnen meedoen."
'Fons de Moppentapper' is een reus onder de reuzen maar voor de echte Fons Moordtgat speelt het geen rol dat hij zo groot is. Hij wees er op dat hij hem ook heel graag zou gezien hebben moest hij wat kleiner zijn geweest. "En ja, hij is er nu en ge kunt er toch de poten niet van onder zagen en hem ook niet verlengen. Maar ik heb hem nog niet volledig gezien. Hij heeft een dikke kop. Achter mijn gat hebben ze wel al gezegd dat ik als reus een dikke nek heb ook."
Fons heeft een prettig leven achter de rug. Hij werkte 5 jaar in de Brouwerij Wielemans op de depot van Vrasene.
"Ik verdiende er goed maar ik dronk er ook goed. Ik was meer aangewezen om te proeven of het bier voor de verkoop nog vatbaar was. En ik ben er altijd wel in geslaagd." (ROLF DUCHAMPS)