I-Bus zorgt voor driemaal minder CO2-uitstoot
ANTWERPEN. Na negen maanden proefdraaien is de I-bus begin deze week officieel boven het doopvont gehouden door Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits. De I-bus is het collectief woon-werkvervoer voor de werknemers van Ineos, Bayer, Lanxess, Evonik Industries, Monsanto en Solvay. De I-bus kadert binnenhet platform Grootindustrie waarin bedrijven uit de Antwerpse haven gezamenlijke problemen willen aanpakken en gemeenschappelijke factoren meer op elkaar afstemmen.
De proefperiode van de I-bus startte op 21 december 2009 op initiatief van de kamer van koophanel Antwerpen-Waasland en zes bedrijven met een totaal werknemersbestand van 4000 personen, waarvan er 1830 in ploegverband werken. De I-bus kwam er omdat er enerzijds geen openbaar vervoer is in de haven en het eigen georganiseerde vervoer te duur werd voor de bedrijven. "De I-Bus vormt een mooi voorbeeld van hoe woon- werkverkeer gezamenlijk kan worden georganiseerd. Om dit soort van vervoer zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, wenst I-Bus gebruik te maken van enkele busbanen in de regio Antwerpen. Omdat het hier gaat over collectief woon- werkverkeer zal ik het Agentschap Wegen en Verkeer en De Lijn vragen dit voorstel te onderzoeken. Als er op deze manier voor een betere doorstroming kan worden gezorgd, dan is dat duidelijk een meerwaarde voor de I-Bus.", aldus Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits.
Door het vervoer gezamenlijk te organiseren zijn er twaalf bussen per dag minder op de baan of 35.000 ritten minder per maand zonder te boeten aan efficiëntie. Op die manier zorgt het collectief vervoer voor een besparing van ongeveer 1750 ton CO2-uitstoot per jaar. Bovendien voldoen alle nieuwe bussen aan de Euro 5-emissienorm waardoor de uitstoot van NOx ook wordt gereduceerd. Momenteel brengen 29 daglijnen en 12 shiftlijnen dagelijks gemiddeld zo’n 1.500 personeelsleden van en naar het werk, goed voor 238.910 passagiers de afgelopen negen maanden. De daglijnen stoppen elke dag aan 253 haltes in de regio's Essen, Rijkevorsel, Nijlen, Boom, Sint-Niklaas en Lokeren. De shiftbussen doen driemaal daags 172 haltes aan. Samen goed voor 5120 kilometer per werkdag.
De infrastructuurwerken, ontwerp en bouw van de hub, uitwerking routes en haltes, en ICT-voorziening voor de I-bus kostte het Pendelfonds van de Vlaamse overheid 2,67 miljoen euro. De deelnemende bedrijven nemen, verenigd in de vzw I-Bus, de rest van de financiering voor zich. (mb)