Natuurpunt Wal wil het Sint-Annabos behouden
Het Sint-Annabos wordt veel bezocht door mensen die een heerlijke wandeling maken, door sporters die er hun kilometertjes komen lopen, door mensen die met de hond wandelen, door echte natuurliefhebbers. We ontmoetten er de trainer-coach van de nationale ploeg van de Ju Jitsu en trainer van Ippon Zwijndrecht, Leon Verbraeken.. Samen met zijn dame stapte hij door het bos om er naast fysieke conditie ook nog gezonde lucht op te snuiven.
En wat er nog als extraatje bij kan genomen worden, is de wandeling op de dijk langsheen de Schelde.
Het zou jammer zijn moest het Sint-Annabos verdwijnen. Natuurpunt zit zeker niet op dezelfde lijn dan BAM die voor de realisatie van de Oosterweelverbinding gaat en het bos wel nodig heeft. Toch werken beide samen en Natuurpunt heeft nu ook een stem in de aangelegenheid, iets wat 20 jaar geleden zeker
Dat BAM bereid was van 50 % van het bos te sparen wisten ze al een tijd. Karel Vink had zich dat al laten ontvallen op de informatieavond in ’t Waaigat Burcht. Voorzitter Natuurpunt WAL Jef Van de Wiele: "Wat we toen zegden, herhalen we nu: fantastisch. Goed bezig, maar we zijn er nog niet mee akkoord. Een uniek stadsbos van zo’n 100 hectare, op armlengte van de bewoning en 2 km van van de Grote Markt. Dat is Uniek in Vlaanderen. Blijf daar nu asjeblief toch eens af en laat de mensen ruimte om te wandelen, om er te sporten enzovoort."
Wie door het bos wandelt, zal ook wel zien dat het moet opgewaardeerd worden. Veel bomen hebben de geest al gegeven en de canadabomen zijn rijp om ze te kappen en er vallen er nu al flauw in de wind. Het is een oud bos van wel 50 jaar oud. Dood hout ligt er overal verspreid maar dat is geen bedreiging voor een bos. Integendeel, het brengt leven mee via de insecten en de spechten vinden er lekkernijen. Veel mensen weten vaak niet dat dood hout grote betekenis heeft. Het moet dus blijven liggen. De kale stukken die in het Sint-Annabos gekomen zijn, kunnen wel weer worden aangeplant.
Kritiek van heel wat wandelaars was er op de afbraak van de manege die nakend is. Ze staat daar in volle Sint-Annabos. Haar dagen zijn geteld. Niet iedereen wist dat en de verontwaardiging was groot bij heel wat wandelaars. Voor Natuurpunt moest dat grote gebouw met accommodaties voor paardensport, helemaal niet weg. Maar ze staat al leeg en het is wachten op de sloper. "Die had een sociale functie",
Ook Bea Hansen, stichtster van het Beschermcomité van het Stadspark, was naar het Sint-Annabos gekomen omdat ze omdat ze een actie als deze tenvolle wil ondersteunen. Er wordt vastgesteld dat er in Antwerpen heel veel bomen worden weggehaald. Als ze het Sint-Annabos rooien, zou het volgens haar het zoveelste bomenbestand zijn dat verdwijnt. "Antwerpen heeft op dit gebied een slechte reputatie, vinden we. Denk aan het historische Kielpark waar veel gezonde bomen zijn weggehaald omdat men er een sportpark van wilde maken. Er is ook sprake van het Stadspark open te maken. Er is nog niets beslist maar afgaande van wat we in het Kielpark zagen, hebben we ook angst dat men in het Stadsparkbomen en eventueel struiken, zo weghalen."
Slikken en schorren kunnen voor haar niet de bomen vervangen. Zee hebben trouwens niet dezelfde functie. In bomen en struiken leven andere dieren in. Zo is het overal iets op vlak van natuur en telkens zijn er voor- en tegenstanders.
Willy Verschueren van Natuurpunt heeft er zo zijn mening over wanneer BAM zegt dat de helft van het bos zal gespaard blijven. Hij gelooft dat niet. Er zal in fases worden gewerkt en dan het bos terug heraanleggen. Dat betekent volgens hem toch ook dat ze het hele bos zullen kappen en als dan een nieuw bos komt, dan zullen we 30 jaar verder zijn.
Bij Natuurpunt denkt men dat BAM iets wil doen aan de uitspraak van Karel Vinck, dat de helft zal blijven, want dat klopt niet met de realiteit noch met de plannen.
Het Sint-Annabos heeft een sociale taak als een stadsbos en dat moet zo blijven. Dat is zowat de conclusie van de actie 'Laat ons het Sint-Annabos... stem voor bomen'. En dat zijn veel mensen ook komen doen.(Rolf Duchamps)