Vader en zoon samen aan het werk bij VAB-Wegenwacht
ZWIJNDRECHT. Ter gelegenheid van 40 jaar VAB-Wegenwacht werkte VAB een gesprek uit met vader en zoon Jonk. Vader Peter is er 59 en is al in dienst sinds 14 april 1975. Zoon Bert is er 36 en in dienst sedert mei 1994. Aan beide werden dezelfde vragen gesteld.

• Waarom ben je bij VAB begonnen als wegenwachter?
Vader: Ik werkte in een garage maar was mijn job beu. Ik miste afwisseling, vrijheid en zelfstandigheid.
Zoon: Het was een logische stap. Mijn vader was wegenwachter en de job sprak mij aan. Van kleins af luisterde ik mee naar de boordradio. Ik kende alle stemmen, en toen ik mei 1994 begon, kon ik daar eindelijk een gezicht op plakken.
• Hoe zag jouw interventiewagen eruit?
Vader: In 1975 reed ik met zo’n zwart-geel autootje. Een R4-tje met nummerplaat WW045. Veel troeven had zo’n wagentje niet. Het was praktisch ingericht voor onze job: alleen de chauffeurszetel was behouden, de rest was ingenomen door opbergvakken. Op de plaats van de passagiersstoel stond een houten bak voor onze administratie. De verwarming functioneerde amper, de achterklep vloog al eens open en dan regende het binnen. Het ding remde maar zus en zo en de mechaniek was ook niet bekrachtigd.
Zoon: Zo’n polyvalente interventiewagen geeft je een stuk comfort en een enorme
veiligheid op autowegen. Wij hoeven niet op de pechstrook te herstellen maar kunnen de wagen naar een veilige plaats takelen om eraan te werken. Bij slecht weer kunnen we zo ook tot onder een brug rijden om droog te blijven.
Je kunt de takel ook als werkbrug gebruiken, zodat je niet onder de auto moet kruipen en makkelijker reparaties kan uitvoeren. Wij kunnen tot vijf personen meenemen in onze cabine.
• Wat was de meest ingrijpende technische vernieuwing in auto’s?
Vader: De intrede van de elektronica was ingrijpend, maar in de beginjaren niet zonder kinderziekten. Wij moesten vaak improviseren.
Zoon: De invoering van een centrale computer die alles stuurt, is echt een revelatie. Daarnaast is er heel hard gewerkt aan de veiligheid, met zaken als gordelspanners, airbags, kreukelzones, ABS, elektronische stabilisering, enzovoort. Wagens zijn na een ongeval nu gemakkelijker total loss, maar er komen veel meer inzittenden levend uit een voertuig dan vroeger.
• Welk pechgeval zal jou altijd bijblijven?
Vader: Jaren geleden stond een Nederlander met een mobilhome in panne op de E19 in Brecht. Hij was behoorlijk boos want hij had in Meer volgetankt en zijn brandstofmeter stond op nul. Hij dacht dat Belgische pompen registreerden zonder dat er brandstof uitvloeide en voelde zich genaaid. Bij nazicht bleek dat hij zijn waterreservoir vol benzine had getankt in plaats van zijn brandstoftank.
Zoon: Ik moest naar een klant in Deurne met een nagelnieuwe Renault Espace. Hij was voor de eerste keer gaan tanken en had op zijn digitaal instrumentenbord gezien dat er te weinig olie in zijn motor zat. Toen ik aankwam, was hij aan het vloeken op de mensen van de garage waar hij net zijn wagen had afgehaald: "Dat kan nu toch niet hé, meneer, ik rij die wagen buiten en er zat geen druppel olie in de motor. Ik heb meer dan twintig liter moeten bijvullen!" Bleek dat de brave man naar de temperatuurmeter gekeken had in plaats van de olieniveaumeter. Zijn motor was tot helemaal bovenaan de vulstop volgegoten met nieuwe motorolie en spijtig genoeg had die klant ook nog gestart, waardoor de gloednieuwe motor al van de eerste dag total loss was…(R.D.)