Drinkwater - VMM vergelijkt prijzen in Europa
De VMM bleef niet bij de pakken zitten en voerde een studie uit met als doel een overzicht te krijgen van de kostprijs van water in een aantal Europese landen met Duitsland, Nederland, Engeland en Frankrijk, aangevuld met een aantal minder gebruikelijke landen zoals Portugal, Zweden, Tsjechië en Oostenrijk.. En wat blijkt? Vlaanderen bevindt zich met een gemiddelde kost van 315 euro per jaar en per gezin in de middenmoot van de onderzochte landen. Nederland en Duitsland kennen met een gemiddelde totaalkost van 500 euro per jaar de hoogste aanrekening. De kostprijs van water voor bedrijven volgt ongeveer dezelfde verhoudingen, waarbij Engeland dan weer het duurste land blijkt te zijn.
De studie richtte zich op een vergelijking van de tariefstructuren die men in de verschillende Europese landen hanteert. Daarnaast werd ook de gemiddelde kostprijs van het drinkwater per land of regio onder de loep genomen. Tenslotte werd ook gekeken naar de verschillen in vrijstellingsregelingen.
Het zal iedereen wel aanbelangen de conclusies te kennen die VMM maakte want water komt in elk gezin uit de kraan.
De kostenaanrekening gebeurt in de meeste landen op basis van het verbruikte water. Meestal wordt een bijdrage op basis van het waterverbruik gekoppeld aan een vast tarief (in €/m³). Doorgaans werkt men met tariefblokken waarbij het tarief stijgt bij hoger verbruik. Enkel in Frankrijk, Engeland en Vlaanderen komen dalende tariefblokken voor en in Frankrijk dan alleen nog voor bedrijven.
Aan de variabele bijdrage voor drinkwaterlevering wordt vaak ook een vaste bijdrage gekoppeld (bv. abonnementsgeld). Voor de afvalwaterdiensten is dit minder gebruikelijk.
Naar vrijstellingen tenslotte, toont de studie aan dat Vlaanderen een vrij uitgebreide vrijstellingsregeling hanteert in vergelijking met de overige Europese landen. Dit zowel voor de gezinnen, de bedrijven als de landbouw.
saneringsbijdrage
Omdat de drinkwatermaatschappijen sinds 2005 zelf moeten instaan voor de opvang en zuivering van afvalwater, mogen zij hun klanten een saneringsbijdrage aanrekenen via de integrale drinkwaterfactuur. Sindsdien waakt de VMM over de structurele correctheid van deze aanrekening op de waterfactuur.
De resultaten tonen aan dat de facturatie van het saneringsaandeel globaal gezien correct gebeurt. Wel zijn er een aantal verschillen in de interne processen bij de diverse drinkwatermaatschappijen. De aanrekening van de saneringsbijdrage en de toekenning van de vrijstelling verloopt bij de drinkwatermaatschappijen daardoor niet altijd uniform, wat de transparantie negatief kan beïnvloeden.
De VMM formuleerde op een aantal van deze punten gerichte aanbevelingen en zal er ook in de toekomst blijven op toezien dat deze toegepast worden. Zo moet de toezichthoudende rol van de VMM uiteindelijk leiden tot een nog betere en klantvriendelijkere service door de Vlaamse drinkwatermaatschappijen.
Tot voor kort betaalde men voor het gebruik van water aan verschillende instanties. Nu krijgt men van zijn drinkwatermaatschappij één factuur met de prijs voor het drinkwater en de kosten voor de waterzuivering samen.
De prijs voor één m³ drinkwater is samengesteld uit drie kostenposten: één voor de productie en levering van het drinkwater; één voor de afvoer van het afvalwater via de rioleringen en één voor de zuivering van het afvalwater (d.i. de bovengemeentelijke saneringsbijdrage)
Op dit moment is al 60 % van de Vlamingen aangesloten op het reguliere rioleringsnet. In september 2004 bedroeg de zuiveringsgraad echter slechts 62 %. Dit betekent tevens dat de capaciteit van onze rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) dient vergroot te worden. Naast dit reguliere stelsel dient er tevens geïnvesteerd te worden in kleinschalige water zuiveringsinstallaties (KWZI) voor die plaatsen waar het aanleggen van een rioleringsnet te duur zou zijn.
Aandacht dient tevens te gaan naar de ontdubbeling van het bestaande rioleringsstelsel, de noodzakelijke aanpassings- en onderhoudswerken, enz. Uiteraard kost dit geld, veel geld. En daartoe dient deze saneringsbijdrage.
Daarnaast betaalt men nog een vast bedrag: het abonnementsgeld.
De drinkwaterprijs is sterk verschillend in Vlaanderen. De VMM heeft de voorbije jaren onderzoek verricht naar de prijs van het drinkwater. Een voorbeeld:
Voor een gezin met 4 personen dat 120 m³ per jaar verbruikt, varieert de drinkwaterprijs van 1,851 euro/m³ (Baarle Hertog) tot 3,457 euro/m³ (Knesselare).
Inwoners uit Zwijndrecht bijvoorbeeld, behoren tot AWW en betalen 3,5387 euro/m³. Boechout en Kontich staan bij AWW het duurst: 3,6904 euro/m³ maar dan komt toch reeds Zwijndrecht met die 3,5387 euro/m³. Dus vrij duur in die Antwerpse regio want Antwerpen zelf én Mortsel komen weg met 2,9438 euro/m³ en zijn goedkoopst. De saneringsbijdrage bedraagt in Zwijndrecht 1, 112 euro/m³ en in Beveren 0,8730.
De goedkoopste gemeenten rekenen geen gemeentelijke bijdrage aan. De financiering van de aanleg en het onderhoud van de rioleringen gebeurt daar via de algemene middelen van de gemeente. In de gemeenten waar die kosten wel - deels - doorgerekend worden via een gemeentelijke saneringsbijdrage, bedraagt de goedkoopste drinkwaterprijs 2,144 euro/m³ (Rolf Duchamps)