Drinkwater - Goede kwalititeit maar met loodprobleem
De controle van de drinkwaterkwaliteit wordt georganiseerd per leveringsgebied. Een leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarvan de kwaliteit vrijwel uniform is, het water is afkomstig uit één of enkele bronnen. In totaal zijn in Vlaanderen 75 verschillende leveringsgebieden afgebakend. De drinkwatermaatschappijen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wettelijk verplichte controle. Jaarlijks maken ze een controleprogramma op dat moet worden goedgekeurd door VMM. VMM houdt ook toezicht op de drinkwatervoorziening in Vlaanderen en is recent gestart met een validatieprogramma op de zelfcontrole door de sector.
In Vlaanderen moet het leidingwater aan de kwaliteitseisen voldoen op het punt waar het water ter beschikking komt van de klant. De monstername gebeurt meestal ter hoogte van de keukenkraan in woningen of publieke gebouwen. Voor het water dat door het distributienetwerk tot aan de watermeter stroomt, is het drinkwaterbedrijf verantwoordelijk. Het functioneren van de binneninstallatie is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het gebouw of van de woning.
veilige normen nastreven
De resultaten tonen aan dat de drinkwaterkwaliteit aan de kraan in 2008 in grote mate stabiel gebleven is. De gekende ‘probleemparameters’ duiken terug op en de frequentie van normoverschrijdingen ligt in de lijn van de verwachtingen. Voor de meeste parameters voldoet het drinkwater aan de opgelegde kwaliteitseisen. Het totale conformiteitpercentage - berekend op basis van het totale aantal analyses en het totale aantal vastgestelde normoverschrijdingen voor alle parameters samen - ligt boven de 98%. Voor de gezondheidsrelevante parameters wordt het hoogste normoverschrijdingspercentage voor lood vastgesteld. Dit bedraagt 1,05 % en is als maximum voor Vlaanderen, dus erg laag. Voor de indicatorparameters die geen directe gezondheidsrelevantie hebben, ligt deze waarde het hoogst voor ijzer (1,8 %).
Voor een aantal parameters kan de oorzaak van de overschrijdingen liggen aan de binneninstallatie. Bekende voorbeelden zijn de verhoogde waarden van lood, nikkel, natrium en de microbiologische kwaliteit. De verhoogde loodwaarden zijn, zoals gezegd, een gevolg van de loden leidingen: dit kan zowel afkomstig zijn van de binneninstallatie als van de aansluiting van de hoofdleiding tot de watermeter. Nikkel komt vaak van gecorrodeerde kranen. Het natrium is dan weer afkomstig van de waterontharders. Een slechte hygiëne van de kraan zelf kan aanleiding geven tot bacteriële groei in de leidingen, vuile kranen. Er kan dus heel wat mislopen tussen het punt waar de drinkwatermaatschappij het water levert en het punt waar het gebruikt wordt. Een verhoogde aandacht en bewustwording bij de klant is dus zeker aangewezen.
Op basis van de aangeleverde gegevens kan worden aangenomen dat de kwaliteit van het geleverde drinkwater via het net, in de verschillende leveringsgebieden in ruime mate aan de normen voldoet. Voor de meeste van de gezondheidsrelevante parameters liggen de waarden ver onder de wettelijke norm.
het gevaar lood
Die strengere loodnorm komt er van eind 2013: van 25 microgram per liter naar 10 microgram per liter. (1 microgram staat voor één miljoenste van een gram). De normen verstrengen omdat lood accumuleert in het lichaam. Het is het beste om de hoeveelheid lood in het lichaam zo laag mogelijk te houden.
In de periode 2005-2008 werd systematisch het hoogste normoverschrijdingspercentage vastgesteld voor lood. Voor 2008 waren er 19 normoverschrijdingen op een totaal van 1819 analyses. Op basis van de huidige loodnorm (25 microgram) geeft dit een normoverschrijdingspercentage van 1,05%. Wanneer de resultaten getoetst worden aan de 10 microgram zoals het na 2013 zal zijn, zijn er 72 normoverschrijdingen of een normoverschrijdingspercentage van 3,96 % ! Dit is percentage ligt te hoog temeer omdat het probleem van lood kan vermeden worden.
De verschillende drinkwatermaatschappijen zijn actief bezig met het vervangen van loden leidingen en de aansluitingen vanuit een algemeen voorzorgsprincipe en met het oog op de strengere norm in 2014. Voor de binneninstallatie en de vervanging van loden delen hiervan, is de klant zelf verantwoordelijk.
Tot 1950 gebruikte men loden waterleidingen in huis en buiten de woning. Na 1950 schakelde men over op koperen leidingen. Een loden waterleiding is grijs van kleur. Een koperen waterleiding is roodbruin van kleur. Ze zijn dus in principe te herkennen, maar veel leidingen in huis zitten in de muur of de vloer of zijn geschilderd. Vaak zijn ook leidingen vernieuwd, maar meestal alleen die gemakkelijk bereikbaar zijn. Het is dus niet eenvoudig om vast te stellen of die leidingen van lood zijn. Een erkende installateur kan dat wel want die beschikt over de benodigde apparatuur.
Wie vaststelt dat er nog loden stukken in de binneninstallatie zitten, wordt er op gewezen dat het best is om het eerste water dat na een stilstand in de leidingen ( bijvoorbeeld na een nacht) wordt afgenomen niet te gebruiken om te drinken of om koffie of thee te zetten. Tijdens een periode van stilstand stijgt het loodgehalte in het water. Eerst wat laten lopen spoelt de leiding.(Rolf Duchamps)