Ook Lokeren vraagt provincie om Beleidsplan Ruimte Oost-Vlaanderen in te trekken

LOKEREN. Ook de stad Lokeren heeft formeel ingediend tegen het ontwerp van het Beleidsplan Ruimte van Oost-Vlaanderen. Volgens het Lokerse schepencollege is het plan "onvoldoende matuur is om te kunnen leiden tot een definitieve vaststelling van het plan". Lokeren vraagt daarom niet minder dan om het ontwerp in te trekken.
"De provinciale doelstelling om via het ontwerp Beleidsplan Ruimte het zogenaamde ‘bestaand ruimtebeslag’ terug te dringen heeft er helaas tot geleid dat de provincie totaal geen rekening houdt met de bestaande en vergunde toestand van vele Lokerse huizen en bedrijven. Tientallen woningen die zich bevinden op verbindingswegen naar woonkernen (lintbebouwing) worden op het provinciale ontwerpplan geselecteerd om in de toekomst een andere bestemming te krijgen. Ook tientallen bedrijven ondergaan hetzelfde lot. Dat is totaal niet realistisch en financieel niet haalbaar. Voor ons blijft het eigendomsrecht essentieel. Iedereen heeft recht op het genot van zijn eigendom. Het provinciaal bestuursniveau, dat al onder druk staat, bewijst zichzelf hier helemaal geen dienst mee. Het ontwerp staat totaal haaks op de realiteit wat het gevoel versterkt dat het plan is opgemaakt vanuit de ‘ivoren toren" zonder rekening te houden met wat echt leeft bij lokale besturen.", zegt burgemeester Filip Anthuenis.
"Het college van burgemeester en schepenen van de stad Lokeren heeft zich ook uitdrukkelijk aangesloten bij het bezwaar dat door VOKA werd ingediend en waarbij uitvoerig wordt geargumenteerd hoe deze provinciale ruimtevisie als een zwaard van Damocles boven de Oost-Vlaamse economie hangt door maar liefst 140 hectare aan bedrijfslocaties met de grond gelijk te maken (wat overeenkomt met een 150-tal bedrijven die moeten verdwijnen) en 848 hectare bedrijventerreinen als terreinen met een "beperkt potentieel" (met het gevolg dat er niet meer geïnvesteerd, gegroeid of vernieuwd kan worden) te labelen. Hierbij spreken we over circa 840 bedrijven. Een dergelijke aanslag op het bedrijfsleven is onaanvaardbaar. Daarbovenop stel ik als schepen van Financiën vast dat elk inzicht over het financieel kader en het nodige financiële instrumentarium ontbreekt in het ontwerp-Beleidsplan. De verwachtingen naar een lokaal bestuur toe binnen het financiële kader worden niet beschreven, noch is er geweten wat de budgettaire impact zal zijn op lokaal niveau.", vult Stefan Walgraeve, schepen van Financiën en Industriële Ontwikkeling, aan. (mb)