"Zones 30 slecht ingericht en amper zichtbaar"
ZWIJNDRECHT. Om het verkeer in steden leefbaar te houden, wint een goede zone 30 aan belang. Om te zien hoe deze zones nu worden ingericht enquêteerde Mobiliteitsclub VAB 71 politiezones over de zone 30 en trokken ze te voet en per fiets te straat op in Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt en Kortrijk. De conclusie is niet mals: de zones zijn van slechte kwaliteit.
Volgens een bevraging van 71 politiezones en veldonderzoek over de zones 30 blijven de zones 30 steeds groter te worden en speelt verkeersveiligheid slechts een secundaire rol. Na de enquête en het veldonderzoek vestigt VAB de aandacht op vier punten: steden die hun binnenstad (deels) hebben omgevormd tot zone 30 moeten dit beter signaliseren, de kwaliteit van een zone 30 bepaalt de mate waarin deze gerespecteerd wordt. "Praktijk wijst uit dat in een goed ingerichte zone 30 snelheidscontroles in feite overbodig zijn. Snelheidscontroles in een zone 30 is slechts een laatste redmiddel.", klinkt het.
Volgens VAB functioneert een zone 30 pas als in het mobiliteitsplan ook aandacht is voor alternatieven voor autoverplaatsingen. Hier gaat in de praktijk dikwijls mis. Steden richten wel een zone 30 in maar laten na de hoofdverkeersassen te optimaliseren of voldoende alternatieven uit te werken. Hasselt scoort het best met zijn zones 30 en dit dankzij de typologie van de stadskern: korte en smalle wegen en een dwarsdoorsnede van Hasselt centrum van slechts 800 meter. Steden zoals Antwerpen, Gent en Brussel staan nog voor een zware uitdaging omdat het stedelijk wegennet vaak gebruikt wordt als afkorting of doorsteek. "Anders dan bestemmingsverkeer zal doorgaand en sluipverkeer zich minder snel aanpassen aan de snelheidslimiet van een zone 30.", weet VAB.
Tot slot zijn volgens de mobiliteitsclub zones 30 schoolomgeving langs drukke gewestwegen vaak problematisch en dringt evaluatie zich op. VAB raadt aan om de aanwezigheid van scholen sterker visueel te onderbouwen. "Enkel het plaatsen van zone 30 borden is verre van voldoende." VAB stelde vast dat veel zones 30 schoolomgeving langs gewestwegen totaal niet opvallen. In de meeste gevallen Meermaals werd zelfs het zone 30 bord niet waargenomen. "Bij slecht waarneembare zones 30 schoolomgeving zullen automobilisten blijven rijden met een snelheid die ze zelf volgens het wegbeeld aanvaardbaar vinden, meestal 50 km/u of 70 km/u. Indien men enkel borden plaatst, verandert het wegbeeld niet. Het is dan ook moeilijk om de snelheidsbeperkingen op die wegen af te dwingen.", klinkt het streng. Ook scholen en ouders klagen in 6 op 10 gemeenten of steden over een onveilige situatie rond de school. (mb)