Geen fazanten kweken om uit te zetten voor de jacht
REGIO. Het is niet van vandaag dat fazanten werden gekweekt in gevangenschap om dan uit te zetten tot genoegen van de jagers. Het achterpoortje dat in 2003 gecreëerd werd om zulke gekweekte fazanten onder een verdoken vorm uit te zetten zal wellicht binnenkort gesloten worden via een arrest van de Raad van State. De Eerste Auditeur van de Raad van State adviseert in zijn verslag van 26 januari 2011 immers de vernietiging van artikel 14 paragraaf 6 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de jacht in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2003 tot 30 juni 2008.
Aanleiding hiertoe is de procedure tot nietigverklaring die Vogelbescherming Vlaanderen op 26 september 2003 inleidde omdat ze oordeelde dat deze uitzonderingsmaatregel in strijd was met zowel een van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 als alle basisprincipes van weidelijke jacht en ecologisch verantwoord wildbeheer. Het Jachtdecreet verbiedt te allen tijde en overal wild uit te zetten. Op voorstel van de toenmalige minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking Ludo Sannen keurde de Vlaamse Regering hoger genoemd besluit goed waardoor dat achterpoortje gecreëerd werd. Vogelbescherming Vlaanderen vond dit ongeoorloofd en trok meteen naar de Raad van State. Uiteraard is de vereniging ontzettend blij met het verslag van de Eerste Auditeur.
Vogelbescherming Vlaanderen: "Op 11 maart 2002 vernietigde de Raad van State al eens artikelen 10 en 11 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 juni 1998 betreffende de jacht in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 1998 tot 30 juni 2003. Dit gebeurde eveneens na een procedure die Vogelbescherming Vlaanderen had ingeleid. Maar de Vlaamse overheid heeft daaruit nooit lessen getrokken, integendeel. Ze volhardt in de boosheid en vaardigt telkens opnieuw onwettelijke bepalingen uit om de kleine jachtlobby in Vlaanderen ter wille te zijn. Ook tijdens de huidige procedure hebben zowel de Vlaamse overheid als de verwerende partij, als de Hubertus Vereniging Vlaanderen, de tussenkomende partij, geprobeerd om het beroep dat door de Vogelbescherming ingesteld werd, onontvankelijk te doen verklaren. Als reden haalde de HVV aan dat Vogelbescherming Vlaanderen, krachtens haar statuten, de volledige afschaffing van de jacht nastreeft en zo een onwettige situatie zou creëren."
De Raad van State antwoordde daar in een tussenarrest als volgt op: "Daargelaten of - zoals de tussenkomende partij beweert - het nastreven van de volledige afschaffing van de jacht een onwettig belang zou uitmaken, moet worden vastgesteld dat zulks niet de statutaire doelstelling van de verzoekende partij (Vogelbescherming Vlaanderen, n.v.d.r.) lijkt te zijn, aangezien zij enkel de afschaffing nastreeft van "’de voor de vereniging ethisch en ecologisch onverantwoorde jacht’ en van ‘iedere onverantwoorde vorm van bezit, bestrijding en vernietiging van en handel in wilde soorten’. Overigens zou niet aan de verzoekende partij kunnen worden verweten dat zij niet zelf in een compensatie voor de door haar beoogde afschaffing van de jacht voorziet. De door de tussenkomende partij opgeworpen exceptie is niet gegrond."
De Vlaamse overheid probeerde als ‘verwerende partij’ op een andere manier het beroep van Vogelbescherming Vlaanderen onontvankelijk te doen verklaren. Als argument haalde ze aan dat de organisatie geen actueel belang zou hebben omdat het bestreden besluit (periode 2003-2008) inmiddels verstreken is.
Jan Rodts van Vogelbescherming Vlaanderen: "Momenteel werkt Joke Schauvliege aan de wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de jacht kan worden uitgeoefend, vooral met als doel de jacht op de vos uit te breiden. Ik roep minister Schauvliege en de andere leden van de Vlaamse Regering op om het verslag van de auditeur meteen te implementeren in het te wijzigen Jachtvoorwaardenbesluit. Het moet maar eens gedaan zijn met deze gelegaliseerde en oncontroleerbare vorm van plezierjacht. Jagers of jachtwachters die in de toekomst bij zich thuis tientallen levende fazanten houden met als argument dat ze afkomstig zijn van broedsels die bedreigd werden door maaiwerkzaamheden zullen zich niet meer kunnen beroepen op die dubieuze uitzonderingsmaatregel. Voor de verbaliserende overheden zoals de Natuurinspectie van het Agentschap voor Natuur en Bos, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of de Politie zal het in de toekomst efficiënter controleren worden."
Belangrijk hierbij is wel dat de Raad van State zich uiteraard nog definitief moet uitspreken in een arrest maar Vogelbescherming Vlaanderen maakt zich sterk dat de Raad het advies van zijn Eerste Auditeur zal volgen. (Rolf Duchamps)