Johan Deyaert en zijn schapen van de Wollebol
TIELRODE. Het is bijna een maand geleden dat schapenhouder Johan Deyaert en zijn dame Martine Van Landeghem het bezoek kregen op hun schapenboerderij De Wollebol van afgevaardigden uit Europa in het kader van de Europese Conferentie "Linking Rural development and social Farming". Dat gaat over het samenwerken met de welzijnssector door het inschakelen in het bedrijf van zorgvragers met o.a. mentaal gehandicapten.
"Ik vond het inderdaad een hele eer om al de mensen vanuit heel Europa te mogen begroeten op onze boerderij", zegt Johan nu, "Wel zijn we er ons van bewust dat het een gedeelde eer is want alleen al in Oost-Vlaanderen zijn er 129 boerderijen die hetzelfde doen als wij. Dat is zorgvragers een kans geven om actief mee te werken. Werken is volgens ons een basisrecht, het recht om zich zinvol te mogen voelen, iets bij te dragen. Ook al heeft die hulp voor een actieve boerderij niet altijd een economische waarde, toch hebben we de mensen het gevoel dat ze 'naar hun werk' gaan."
Dat is de kern van de samenwerking landbouw- welzijnssector. Dat werk moet uiteraard afgestemd zijn op de mogelijkheden van de zorgvragers : dit gebeurt in overleg met de ouders of instelling die de zorgvrager vertegenwoordigen. Dikwijls fungeert hier de VZW Groene Zorg als tussen- en vertrouwenspersoon. Johan is al sedert 1994 met schapen bezig en in 2003 werd 'De Wollebol' geboren. Het steunpunt Groene Zorg gaf hem in 2005 de titel van 'Zorgboer van Oost-Vlaanderen'.
Johan Deyaert heeft momenteel een 300 schapen in de kudde: rond de 200 Suffolkschapen of eerstegraadskruisingen met Suffolk en allerhande andere rassen, die worden gebruikt voor het onderhoud van dijken en natuurgebieden. De schapen eten de begroeiing en Johan en zijn helpers maaien de restbegroeiing. Het gaat over de dijken van de Schelde en de Durme en in natuurgebieden van Natuurpunt. Zelfs tot aan Waasmunsterbrug kunnen de schapen gaan grazen. Een oppervlakte van 50 ha dijken in opdracht van de dienst Zeeschelde van de Vlaamse Gemeenschap maar ook van de gemeente Temse.
Deze graaskuddes vertrekken in april naar de weides en de dijken. Het kan tot november zijn dat ze daar verblijven maar dat is afhankelijk van het weer.
Dan zij er ook nog 100 Belgische melkschapen die moeten gemolken worden. De melk wordt verwerkt we tot allerlei zuivelproducten : vaste kaas, verse kaas, yoghurt, desserts,... Martine is daar dagelijks mee bezig. De verkoop gebeurt thuis in de hoevewinkel in de Hogenakkerstraat of via voedselteams. Dat is een vzw die klanten verbindt met lokale producenten, en via een webwinkel kunnen mensen wekelijks een bestelling doorgeven van allerhande lokaal door eigen boeren geproduceerde, eerlijke producten. De Wollebol is er één van. Maar daar hoort ook fruit, groenten, zuivel van koeien en geitenmelk en vlees bij en zelfs vegetarische burgers! Om naar markten te gaan is er geen tijd meer over.
We ontmoetten Johan nog op de jaarmarkt in Zwijndrecht begin oktober. Hij had enkele ramlammetjes bij die onder bijzonder grote belangstelling kwam scheren. Nu in oktober nog scheren? De normale periode om schapen te scheren is inderdaad de lente : april, mei, juni.
-"Dan scheer ik de ganse kudde. De wol is nu al terug enkele centimeters dik, maar nog niet echt de moeite om af te scheren. Bovendien is het al oktober, en blijft de kudde toch nog buiten tot ongeveer eind november, afhankelijk van de weersomstandigheden. Het is best dat de dieren dan een laagje wol behouden voor de warmte. Deze lamrammetjes, zijn begin dit jaar geboren en staan terug op stal sinds begin september. Voor hen kan het niet veel kwaad dat ze geen wol meer hebben: 's avonds kruipen ze terug in de warme stal, onder het stro als het moet!"
De eerste lammetjes zagen in januari voor het eerst het levenslicht en in april zijn ze al sterk genoeg om mee te gaan naar buiten. Werk is er altijd op een schapenboerderij. "Ik start en eindig elke dag met het melken, voederen en verzorgen van de dieren op stal. In de winterperiode zit de hele kudde op stal, en worden de lammetjes geboren. Vanaf april gaat het grootste deel van de kudde naar buiten, en verhuisd mijn werk mee : percelen dijk en natuurgebied moet worden afgerasterd, stukken nagemaaid. In mei start ik met het scheren, om de twee à drie maand wordt elk schaap individueel bekeken, hoeven bij gekapt, eventuele wondjes verzorgd. Als er zorgvragers zijn laat ik ze meewerken, begeleid ik ze."
Bij die zorgvragers zijn er mensen bij van Baken Sint-Niklaas waar geïntegreerd onderwijs wordt gegeven. Zij komen vast op de maandagmorgen meehelpen : een klas van drie leerlingen met een autismeproblematiek met een begeleidster. Op dinsdag en donderdag komt een jongen met een licht mentale achterstand uit een instelling van Lokeren. In de winterperiode komt dan iemand die een redelijk zware mentale handicap heeft. Zorgvragen vanuit bijzonder jeugdzorg komen soms onverwacht, momenteel zijn er geen.
schapen scheren
In Zwijndrecht konden we het scheren van een schaap van nabij bekijken. Voor het publiek was het een openbaring en we stelden vast dat praktisch niemand dat ooit al had gezien. En leerzaam voor de vele schoolkinderen die in klasverband naar de veeprijskamp van de jaarmarkt waren gekomen.
Iedere schapenscheerder heeft wel zijn eigen methode. Johan Deyaert: "Ik verkies eerst de nek uit te scheren, dan de rechterflank en buik, vervolgens de linkerkant. Ook bind ik de poten niet samen : sommige verkiezen dat wel te doen."
Hij noemde het scheren niet moeilijk. Johan hield een mes, bestaande uit een boven- en onderblad in de hand.
"Bedoeling is", zei hij, "Dat je dit mes zo evenwijdig mogelijk met de huid van het schaap houdt: wijst het teveel naar boven dan scheer je te weinig wol mee af, als je mes naar beneden toe beweegt is er kans op wonden: je kan dan de huid open halen. De kunst is om de vorm van het dier te kunnen voorspellen zonder dat je het ziet en je mes zo goed mogelijk te houden. De wol zit immers in de weg en je ziet de huid van het dier niet."
De schaapsscheerder uit Tielrode wrong zich plots in een heel andere, bijna onmogelijke positie, met het lam zowat tussen de knieën. Het dier spartelde even tegen. "Ik doe dat om de huid zo strak mogelijk te houden en om wonden te voorkomen", legde hij gauw even tussendoor uit.
Een hele hoop wol lag daar. De kinderen mochten een hoopje in de hand houden. Normaal spinnen ze daar wollen draden van. Wollen sokken, wollen truien of wollen sjaals? Vergeet dat maar want deze wol is niet geschikt om te spinnen. Dat is een gevolg van het kweken van de dieren in de loop der tijden om veel vlees te geven in plaats van goede wol. Johan verduidelijkte het wat meer: "De structuur van de vezel is kort en dik, terwijl die juist lang en dun moet zijn om een draadje te maken. Deze wol wordt verkocht aan de groothandel voor opvulsel van kussens en dergelijke. Vorig jaar kreeg ik amper 15 cent per kg wol, en er komt toch een kilootje wol van één dier. Als ik ze niet moest scheren voor de gezondheid dan deed ik het helemaal niet." (Rolf Duchamps)
info: groenezorg-ovl.welzijn.net