Succesvolle realisatie van de Noorderlaanbruggen in Masterplan 2020

Het is de eerste stap in een ambitieus project dat Vlaanderen en haar belangrijkste metropool mobiel en leefbaar moet houden. De twee bestaande bruggen op de Noorderlaan over het Albertkanaal, een van de drukste waterwegen van Europa en een cruciale hinterlandverbinding voor de Antwerpse haven, werden volledig vernieuwd. De bruggen werden verhoogd tot 9,1 m doorvaarthoogte, het kanaal onder de bruggen werd verbreed en het openbaar vervoer kreeg een afzonderlijke brug. Het is zelfs de moeite om er eens een bezoekje aan te brengen.
Karel Vinck, voorzitter van de raad van bestuur van BAM, die opdrachtgever en projectleider was zei bij deze gelegenheid: "Dit project staat symbool voor de essentie van het Masterplan. Met dit project investeren we immers in de drie pijlers die onze samenleving opnieuw mobiel en leefbaar moeten maken: Investeren in betere waterwegeninfrastructuur, met een hogere capaciteit voor het Albertkanaal dankzij hogere bruggen en een breder kanaal, een uitstekend alternatief voor goederentransport over de weg.
Investeren in een efficiënter openbaar vervoer, met een afzonderlijke brug voor bus en tram - een uitstekend alternatief voor verplaatsingen met de wagen tussen stad en rand. Investeren in wegeninfrastructuur, met ook veel aandacht voor fietsers en voetgangers."
Het is ook een infrastructuurproject dat een architecturale meerwaarde biedt voor de stad. Dat wordt hier bewezen. Dat stelde ook Jan Van Rensbergen, algemeen manager van BAM. "Dankzij de goede samenwerking met de Vlaamse Bouwmeester, met de stad Antwerpen, en met alle betrokken partners staat hier meer dan een technisch goed gemaakt project. Het is een knap ontwerp, dat zich naadloos inpast in het stedelijk weefsel."
Van Rensbergen loofde ook de inzet van de diensten van de Vlaamse overheid en de stad, de verkeerspolitie, de werfcommunicatoren en projectleiders. "Dankzij de actieve samenwerking en goede communicatie hebben we de hinder op deze belangrijke invalsas goed kunnen beperken."
De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde Crevits, had het vooral over de noodzaak voor onze samenleving van een efficiënte en slimme mobiliteit die tegelijkertijd de leefbaarheid, ook in en rond steden verhoogt. Ze wees er ook op dat het beter benutten van de waterwegen, duizenden vrachtwagens van de weg haalt. Ook het inzetten van een efficiënter openbaar vervoer moet de mensen overtuigen dat het een alternatief vervoermiddel is in en rond de stad. En ten derde was er het inzetten op betere wegeninfrastructuur en veilige fietsverbindingen.
Minister Crevits besloot: "Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat de cruciale draaischijf die Vlaanderen graag wil zijn binnen Europa, ook voor de toekomst veilig wordt gesteld. We hebben als Vlaamse regering een ambitieus antwoord geformuleerd. Dat heet het Masterplan 2020. Dat is veel meer dan de opsomming van een aantal prioritaire infrastructuurprojecten. Het is een geïntegreerd plan dat mobiliteit in zijn bredere context durft bekijken, en ook leefbaarheid, fiscaliteit en stedenbouw meeneemt om structurele oplossingen aan te reiken voor een mobiele en leefbare toekomst." (Rolf Duchamps)