Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed doet Waas onderzoek
Het was 22 meter lang en 7 meter breed. Toen die kogge in de vaart was moet die netto toch 100 ton hebben gewogen. In 2002 werd nog een kogge gevonden en die was 14 meter lang. Alles werd nadien door de Archeologische Dienst Waasland geborgen en opgeslagen in 33 speciaal daartoe ontworpen metalen containers. Er werd gewacht op verder onderzoek. Dat zal worden uitgevoerd door het VIOE dat een Erfgoedonderzoeker Maritiem Erfgoed in dienst heeft.
Het afdekken van de containers met de resten van de koggen, was meteen een gelegenheid om nader kennis te maken met het VIOE die als voornaamste opdracht ‘onderzoek’ heeft. Dat onderzoek is beleidsgericht want het wordt uitgevoerd naar aanleiding van een concrete vraag of probleem. Nieuwe resultaten van een onderzoek kunnen anderzijds het beleid ook oriënteren. Zo zal dat ook gebeuren na de onderzoeken rond de kogge van Doel.
Maar het VIOE voert ook archeologische opgravingen uit en analyseert menselijke, dierlijke en plantaardige resten. Het bestudeert historische tuinen en cultuurgewassen, zoekt naar oude scheepswrakken, brengt verdwenen landschappen in kaart en onderzoekt historische gebouwen.
Het VIOE beheert daarrond ook grote inventarissen van het bouwkundig erfgoed, archeologische vindplaatsen en landschappen. Maar ook ander erfgoed wordt geïnventariseerd en daarbij denken we aan orgels, wereldoorlogerfgoed, tuinen en parken, maritiem en varend erfgoed. Al bij al een werk dat door de volgende generaties van heel grote betekenis zal zijn. In het heden kunnen de onderzoeksresultaten ook worden verspreid naar de wetenschappelijke wereld via publicaties. Relicta is het tijdschrift van het VIOE dat daarenboven in Brussel ook een uitgebreide erfgoedbibliotheek heeft en verschillende archieven die door iedereen toegankelijk zijn.
Het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed is dus de wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid die ons onroerend erfgoed onderzoekt en inventariseert en de resultaten daarvan ontsluit. He werkt vaak samen met universiteiten en andere partners uit de erfgoedsector.
archeologische vondsten melden
Daar horen de archeologische monumenten bij zoals alle overblijfsels en voorwerpen of enig ander spoor van menselijk bestaan die getuigenis afleggen van tijdperken en beschavingen waarvoor opgravingen of vondsten een betekenisvolle bron van informatie zijn. Van belang is de verwoording dat het om een ‘betekenisvolle’ bron van informatie gaat: dit kan uiteraard zeer veel omvatten: één klein vuurstenen object of één scherf kan al de plaats aanduiden van een archeologisch site.
Een duidelijke definitie naar begrenzing in tijd of aard van de vondsten wat wel en wat niet van belang is, is dan ook moeilijk te bieden. Hier moet beroep gedaan worden op het gezond verstand en expertise van de melders en de meldpunten zelf. Belangrijk is toch altijd: beter te veel dan te weinig melden, want wat eerst niet interessant lijkt kan later toch van groot belang zijn.
Om alvast toch duidelijkheid te scheppen in wat zeker wel van belang is, geeft het VIOE volgende richtlijnen mee:
-tot en met de Middeleeuwen: alle vondsten melden
-latere periodes: enkel de concentraties aan vondsten melden;
-wat betreft de vondsten uit de Wereldoorlogen: alle vondsten dienen gemeld te worden;
-de uiterste tijdsgrens van de te melden vondsten is Wereldoorlog II;
-niet alleen de ‘mooie’ vondsten uit een ensemble melden, maar wel het hele ensemble;
-bij twijfel: vondst melden;
-niet melden: jachthulzen, knopen, e.d. (Rolf Duchamps)