Renners uit Sint-Gillis bij Hoop op Zegen Beveren
LAURENS COUCKE
Van wie dit jaar heel wat wordt verwacht is Laurens Coucke, nu tweedejaars nieuweling. Merkwaardig is dat ook zijn vader dokter Francis Coucke terug gaat koersen bij de elites zonder contract.
Laurens Coucke was vorig jaar enkele keren dicht bij een eerste overwinning als eerstejaars nieuweling. Belangrijker echter was de vaststelling dat hij kwaliteit bezit om zijn mannetje te kunnen staan. "Ik hoop dit seizoen goed te kunnen blijven trainen en een paar keer te winnen. Vorig jaar eindigde ik regelmatig bij de eerste toen waarbij ook een 4de plaats. Ik was content. Als tweedejaars heb je toch al meer ervaring en ook meer kracht. Het maakt toch een verschil".
Laurens ondervond dat in het spurtonderdeel wel zijn sterkte zal liggen. Komend seizoen zal dat moeten uit maken. Maar in 2005 won hij een paar keer de pelotonsspurt en dat geeft hem het grote vertrouwen. Nochtans wil hij niet alleen op de sprint een accent leggen. "Vorig jaar heb ik ook initiatieven genomen om alleen weg te rijden en daar voel ik me ook goed in. Wat ik ook graag doe is klimmen. Ik trok met mijn vader zelfs ook al naar de Mont Ventoux en dat ging redelijk goed."
Ook vader Francis Coucke, 41 en dokter, begint nu terug te koersen. Het is wel bijna 20 jaar geleden dat hij in het Waasland bij de betere jongeren behoorde, maar aan conditie ontbreekt het hem niet. Zoon Laurens is daar gelukkig mee omdat ze nu samen trainen. "Misschien zit er ook concurrentie in om de betere te willen zijn. Ik vind dat hij heel goed rijdt maar ik weet echter niet, hoe zijn tegenstanders het doen. Vader zal natuurlijk wel ouder zijn dan de rest bij de elites zonder contract."
Als student in het College te Sint-Niklaas, waar hij sportwetenschappen volgt, kan Laurens op voldoende vrije tijd rekenen om te trainen. Hij heeft zich voorop gesteld om te proberen uit te blinken in het Provinciaal Kampioenschap. Vorig jaar reed hij ook al mee, niettegenstaande hij ziek was. Zonder resultaat natuurlijk.
JONAS DE BOEY
Sint-Gillis heeft met Jonas De Boey (15), de bakkerszoon, en jong wielrenner die er wat van wil maken. Hij was maar 11 jaar toen hij reeds als laatste jaars miniem deelnam aan de proeven van Wielerbond Vlaanderen ook een groot deel van de Kids Trophy mountainbike.
Hij zette zelf uiteen waarom hij voor wielersport koos: "Ik ben begonnen met wielrennen omdat de mensen waarbij ik ben opgegroeid nogal hevige wielersupporters zijn en vanaf mijn 6 jaar ging ik dan ook mee mountainbiketoertochten rijden, vooral in de provincie Antwerpen en Limburg. Daar deed ik redelijk wat techniek op." Jonas is al een bekende jongen en dat gaat zo als je ouders een bakkerij hebben. "Ja,er zijn wel veel mensen die mij aanklampen van hoe is 't en waar ga je rijden en hoe is 't met de form?" zo verduidelijkte hij. "Veel mensen kennen mij wel in Sint-Gillis en erbuiten maar dit zal ook wel komen door ons bakkerij. En daardoor ben ik in het dorp, eerder bekend als klein bakkerke."
Ook hij, net als zoveel andere jongens, speelde eerst voetbal maar na een tijd begon hij zich meer te interesseren voor het wielrennen wat niet samen ging met voetballen. "Ik maakte dan de logische keuze voor wielrennen", aldus Jonas. Gedurende vier jaar reed hij in een trui van het Wielerteam Waasland. Omdat hij veel vrienden had bij Hoop op Zegen en zelf toch wel interesse had voor de ploeg maakte hij dan de overstap.
Jonas: "Voorlopig heb ik geen klagen. Er is een heel toffe sfeer bij ons in de ploeg en als we kledij of zo nodig hebben of als die kapot is, zorgt Staf Pieters er direct voor andere. Het gaat er familialer aan toe als bij Avia."
De trainingen zijn goed combineerbaar met school. Hij volgt economie -moderne talen in de Broederschool te Sint-Niklaas. "Bij ons in de streek is het wel goed om te trainen. Tot de clubtrainingen op woensdag beginnen kies ik er voor om met enkele ploegmaten mee te rijden met de groep van Belsele die een mooie toer hebben voor een nieuweling en dat aan een goede snelheid. Om een beetje interval te trainen trek ik naar Temse-Waasmunster-Steendorp op een licht golvend terrein. In de winter zit ik op 6 km van de bossen.?"
Als jong renner moet je leren. En dat beseft De Boey als geen ander: "Ik kan nog heel veel leren. Het belangrijkste wat ik al heb geleerd is afzien, denk ik. Zonder afzien kom je niet ver in het wielrennen."
Waar hij sterkst mee voor de dag komt in een wedstrijd kan hij moeilijk zeggen. Toch stelt hij: "In wedstrijden waar een schoon heuvelke in zit, rijd ik graag en het mag ook regenen en sneeuwen ,dat heb ik ook graag om in te rijden. Enkele mensen beweren dat ik ook een goed cyclocrosser zou kunnen worden." Deze winter reed hij inderdaad een paar crossen en als beginner was dat redelijk goed. Maar volgend cyclocrosseizoen zal hij wel ondervinden hoe het precies zit want dan gaat hij zoals hij dat zelf zegt "me eens het veld ingooien".
Als aspirant was Jonas De Boey provinciaal kampioen in het mountainbiken en 1 maal 2de en 1 maal 3de Schitterende resultaten bij de nieuwelingen zijn er nog niet. Wel was hij 15e op het provinciaal kampioenschap. De voorbije winter nam hij deel aan de De Panne Beach Race en eindigde 9e van de -23 jarige. Hij reed er tussen juniores en beloften. Alvast een behoorlijk resultaat.
En de andere kwaliteiten? "Ik vind bergop rijden wel tof en ik kan het redelijk alhoewel ik niet beweer dat ik een echte rasklimmer ben. Ik moet het hebben van de Vlaamse hellingen en misschien ook wel in de Ardennen maar daar heb ik nog niet veel wedstrijden gereden dus kan ik dat moeilijk inschatten. Mijn spurt is niet echt om over naar huis te schrijven. Ik word meestal weg gedrumd door de stevige kerels en dan is het moeilijk om nog in aanmerking te komen voor een ereplaats."
Jonas De Boey stapt het nieuwe seizoen tegemoet in de hoop eens een wedstrijd te kunnen winnen of toch zoveel mogelijk mee te spelen voor de zege. "Binnen de ploeg denk ik dat, als we samen rijden wel enkele mooie prestaties kunnen neerzetten. Ik hoop ook op een degelijk Pk en een selectie voor het BK in Erpe Mere waar het een mooi parcours zal zijn, denk ik. Daarna zal ik iets vroeger stoppen op de weg om eens te kijken wat het geeft als veldrijder."
JORI VAN STEENBERGHEN
Jori Van Steenberghen uit De Klinge begon vorig jaar toen hij 13 jaar en 6 maanden oud was, te koersen bij de aspiranten. Hij was en is klein en moet nog fel uitgroeien. Dat hij op de koersfiets stapte is niet verwonderlijk want zijn papa en zijn opa zijn actief bij de wielertoeristen. Het zit dus in de familie. Via een kennis geraakte hij bij Hoop op Zegen en uiteindelijk gaat hij ook naar school in het K.A. in de Donkvijverstraat te Beveren. Hij volgt daar het 3de jaar houtrichting.
In de week traint Jori op de rollen maar woensdag met enkele vrienden van de club en in het weekend in teamverband. Als het weer het niet toelaat staan de rollen klaar.
Wat hij nu, na een jaar koersen, al leerde is goed uit de wind zitten, opletten en mee zijn in de goede ontsnapping. Momenteel is hij een renner die het op het vlakke moet doen. "En de spurt?", vroegen we hem. "Dat gaat redelijk goed maar er zijn er die altijd sneller zijn. Maar ja, die rijden ook al enkele jaren meer. Voor 2006 wil ik vooral mijn koersen uitrijden." Zo besloot hij eerlijk.(FVDV)