Nieuwe onderwijsmethode wekt interesse van minister

BEVEREN. Afgelopen vrijdag bracht minister van onderwijs Frank Vandenbroucke een bezoek aan de Sint-Maarten Scholencampus en Gemeentelijk Technisch Instituut. De minister kwam er poolshoogte nemen omdat beide scholen aan projecten werken die het onderwijs dichter bij de arbeidsmarkt brengt.

In de eerste graad van de Sint-Maartencampus kunnen jongeren in exploratievakken ontdekken waar hun interesses liggen. Door een intense begeleiding leren jongeren hoe ze door een evenwicht te vinden tussen hun interesses, goede en minder goede punten, een gepaste studiekeuze kunnen maken. De tweede en derde graad van Sint-Maartencampus en het GTI pikken hierop verder in door het studieaanbod te benaderen vanuit belangstellingsgebieden waarbinnen de verschillende studierichtingen elk met hun eigen profiel en doel hun plaats vinden. Dat stelt studenten in staat een studierichting te kiezen in iets wat ze graag én goed doen.

Minister Vandenbroucke en z’n medewerkers waren erg geïnteresseerd in deze werkwijzen en de effecten ervan. De termen 'brede en oriënterende eerste graad' en  'belangstellingsgebieden' - die in Beveren vorm hebben gekregen - duiken zelfs regelmatig op in de voorontwerpen van de ‘blauwdruk secundair onderwijs’ waarmee de minister het Vlaams secundair onderwijs wil ontdoen van knelpunten als de watervalproblematiek en de nog te hoge ongekwalificeerde uitstroom. ‘Accent op talent’ en ‘goed leren kiezen’ moeten immers meer dan slogans zijn.

Sint-Maarten en het GTI hebben ook heel wat aandacht voor de toekomstmogelijkheden van de laatstejaars.  Het ontwikkelen van competenties waarmee deze jongvolwassenen kunnen verder studeren met behoorlijke slaagkansen of na het secundair vlot aan het werk kunnen, is een belangrijk aandachtspunt. Sint-Maarten en het GTI verdelen daarbij hun aandacht over elkaar aanvullende sectoren.

Het GTI, dat een degelijk industrieel secundair onderwijs in een bedrijvige regio gestalte wil geven, heeft met het het 7e specialisatiejaar haventechnieken TSO een voor Vlaanderen unieke studierichting uitgebouwd. Deze studierichting is ontstaan uit een samenwerking tussen het GTI en de havengelinkte industrie. Vandaar ook de bijzondere interesse van onderwijsminister Frank Vandenbroucke die tevens minister van Werk is. Het verhaal begon eind 2004 met een vraag van afgevaardigden van P&O die het GTI aanspraken in hun zoektocht naar technisch geschoolden om in het onderhoud te voorzien van allerlei tuigen die ingezet zouden worden bij het verplaatsen van goederen in de site van het Deurganckdok. Na een studieronde bleek dat er algemeen tekort aan dergelijke onderhoudstechnici aanwezig was. Om dat tekort weg te werken, startte het GTI een samenwerkingsverband met de (haven)industrie. In overleg werd de inhoud vastgelegd van de leerplannen van een 7e specialisatiejaar haventechnieken. CEPA, de centrale der werkgevers aan de haven van Antwerpen, bleek bereid een forse investering te doen voor de uitrusting van een labo hydraulica. Tal van bedrijven stelden materiaal ter beschikking van het GTI en bleken erg bereidwillig bij het invullen van de stageplaatsen.  Deze unieke opleiding startte uiteindelijk op 1 september 2007. Technici van bedrijven lichten tijdens seminaries heel specifieke technieken of toepassingen toe. Zo kunnen de leerlingen tijdens het specialisatiejaar in seminaries bij OCHA, opleidingscentrum van de haven van Antwerpen, het getuigschrift vorkliftchauffeur (kleine vorklift AV-001) en aanslaan van lasten behalen.

Het 7e specialisatiejaar haventechnieken richt zich vooral op een instroom vanuit elektromechanica, mechanische vormgevingstechnieken, autotechnieken, elektrische installatietechnieken maar ook leerlingen die een 7e specialisatiejaar industrieel onderhoud BSO gevolgd hebben, kunnen aansluiten.  De leerstof omvat een pakket mechanica (hydraulica), elektrische sturingen (PLC) en verbrandingsmotoren. (mb)