Het schitterende verhaal van Sint-Joris en de draak van Karel Aubroeck
Het bas-reliëf werd aangekocht van de familie Rooms, de nazaten van oud-schepen Petrus Bolsens, in wiens opdracht Karel Aubroeck in 1934 het kunstwerk vervaardigde. Het kreeg toen een vaste plaats boven de toegang tot het Bolsenshof, een hoeve uit 1879, waar Bolsens en later de familie Rooms woonachtig waren. De hoeve werd in 1984 gesloopt. Het beeld bleef al die jaren in familiebezit, maar de jongste jaren waren er meerdere contacten geweest tussen burgemeester Luc De Ryck en de familie m.b.t. de verkoop. In zijn zitting van 22 december besliste het schepencollege tot de aankoop. Kostprijs: 2 000 euro.
Van den uil naar Sint-Joris
Tot rond 1930 heette de Sint-Jorisstraat ‘Uilstraat’, genaamd naar een oude boerderij De Uilenberg, die daar omstreeks 1600 gelegen was. Aan de Uilenberg stond het Bolsenshof, gebouwd in 1879. Het was eigendom van Petrus Bolsens, schepen van 1927 tot 1941. Hij lag aan de basis van de naamverandering van Uilstraat naar Sint-Jorisstraat.
Bolsens was voorzitter van de schuttersmaatschappij Sint-Joris, die gevestigd was op een terrein aan de Fonteinstraat dat zijn eigendom was. Karel Aubroeck was zijn buurman langs de achterkant van zijn huis in de toenmalige Uilstraat. Aubroeck, die als beeldhouwer steeds meer naam en faam verwierf, kreeg in 1931 de opdracht van het IJzerbedevaartcomité om vier beelden te maken aan de IJzertoren in Kaaskerke.
Voor deze monumentale opdracht bleek zijn atelier niet groot genoeg en uitbreiding was noodzakelijk. Daartoe kocht hij grond aan van Petrus Bolsens. Aubroeck vervaardigde in 1934 voor Bolsens - als onderdeel van de transactie? - het bas-reliëf ‘Sint-Joris met de draak’. Het werd boven de voordeur van Bolsens’ herenboerderij ingemetseld.
Het bas-reliëf was een statussymbool voor Bolsens. Hij had het bovendien niet erg voor de straatnaam 'Uil', want bij elke brief die hij ontving stond onder zijn naam 'Uil', wat dubbelzinnig kon opgenomen worden, te meer daar hij destijds niet was geslaagd in zijn studies voor advocaat, wat hem in de volksmond de bijnaam 'de gebuisden advocaat' had opgeleverd. Als schepen had hij een aardige vinger in de pap, vandaar dat de naam 'Uil' werd gewijzigd in Sint-Jorisstraat, naar de schutterskring Sint-Joris in de buurt, waarvan bij bovendien voorzitter was.
Een rijmtekst daarover vindt men nu nog in de voortuin van Huize De Wal, Sint-Jorisstraat 67. Deze gaat als volgt:
Vroeger heette de Sint-Jorisstraat, Den Uil,
dat vond Petrus Bolsens grof en vuil.
Hij liet Den Uil verdwijnen
en Sint-Jorisstraat verschijnen.
Tot vandaag heet de Sint-Jorisstraat in de volksmond 'den Uil'.
Het Bolsenshof nam binnen de parochie ook een belangrijke plaats in. Tijdens Wereldoorlog II werden enkele kamers van het huis gebruikt als klaslokaal voor de Hollebeekschool. Ten gevolge van de zware bomaanval op Mortsel werden de scholen overal her en der verspreid op diverse locaties om ingeval van een bominslag het aantal slachtoffertjes te beperken. De schuur van het Bolsenshof deed ook jaren dienst als opslagruimte voor de papier - en ijzerslag ten voordele van de parochiekerk. Ook de oude schoolbanken werden er verzameld, vooraleer de KWB er een podium van maakte voor de tot feestzaal omgebouwde noodkerk.
In 1984 werd het Bolsenshof gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe verkaveling (realisatie BPA Oostbarm-Uil). Samen met de herenboerderij werden ook de 4 ernaast gelegen huizen afgebroken. Het bas-reliëf werd sindsdien bewaard door nazaten van (de ongehuwde) Petrus Bolsens: de familie Rooms . In zijn zitting van 22 december 2007, de laatste van het jaar, besliste het schepencollege tot de aankoop van het bas-reliëf.
De gemeente Temse heeft bijzondere aandacht voor Karel Aubroeck en terecht want ’t is een kunstenaar om fier op te zijn. Hij is al jaren rijkelijk aanwezig in zijn geboorteplaats: de beelden aan de Scheldebrug, het H. Amelbergabeeld in het Vlietpark, het bas-reliëf moeder en kind aan de gevel van het OCMW-complex, zijn ex-woning/ateliers met vooraan een monumentaal beeld in de Fonteinstraat, Maria Middelares (Gemeentemuseum), de borstbeelden van Ernest Wilford (Gemeentemuseum) en dr. Camille Vennens (OCMW). (Rolf Duchamps)