Droogtemeters brengen hitte en droogte in kaart
SINT-NIKLAAS. Op het provinciaal domein De Ster en op 5000 andere locaties in Vlaanderen zijn slimme bodemsensoren in de grond gestopt. Die moeten een half jaar de hitte en droogte in kaart brengen voor het wetenschappelijk onderzoek ‘Curieuzeneuzen in de Tuin’ van de Universiteit Antwerpen. Het project wordt gefinancierd vanuit het klimaatfonds, waarin de provincie jaarlijks 500.000 euro investeert.
De provincie Oost-Vlaanderen heeft 16 sensoren geïnstalleerd in 11 bossen en domeinen. Met het resultaat van het onderzoek hoopt de provincie de droogteresistentie te verhogen. Volgens voorspellingen zal tegen 2100 de gemiddelde neerslag in de zomer met 59 procent afnemen. Het aantal dagen zonder neerslag kan, afhankelijk van het klimaatscenario, tegen 2100 toenemen van 173 tot 236 dagen per jaar. Ook de duur van een extreme droogteperiode, zoals de droogte in de zomer van 2018, kan toenemen tot 135 dagen tegenover 34 dagen onder het huidige klimaat.
"Op dit moment is onze wetenschappelijke kennis van droogte- en hittestress in beheerde bodems zoals tuinen, parken, weides, akkers, … nog te beperkt. Daarom werkt de Provincie Oost-Vlaanderen graag mee aan dit grootschalig onderzoek naar droogte en hitte. De resultaten zullen ons verder in staat stellen de droogteresistentie van onze provincie te verhogen.", zegt gedeputeerde Riet Gillis, bevoegd voor Klimaat. Zij plaatste op vrijdag 2 april de meetsonde in het Kloosterbos in Wachtebeke. (mb)