Marc Van Wabeke met tekeningen en schilderijen op Cortewalle

Marc Van Wabeke tekende als kind al urenlang. In zijn prille onschuld tekende en schilderde hij kubussen met het idee dat hij daarmee in de voetsporen van Picasso toetrad in de wereld van het kubisme. Toeval speelt in een mensenleven een rol. Hij leerde Hilde Van Avermaet kennen, werd verliefd en trouwde met haar. Hilde is de dochter van wijlen Aimé Van Avermaet – bekend Bevers tekenaar en schilder.
Toen Marc zijn eerste kunstwerken liet aanschouwen, sprak Aimé de historische woorden: ik zou maar eens les gaan volgen. Aimé leerde hem allicht hoe hij met zijn dochter moest omspringen, maar vanzelfsprekend ook de techniek van het tekenen en het schilderen met acryl. De hobby groeide langzaam uit tot een passie
Een dergelijke simplistische redenering kan deze massale toeloop niet verklaren. Er moet meer zijn. Mensen houden nl van hun artistiek erfgoed. Mensen houden van ‘schoonheid’ en dit heeft voor iedereen een specifieke invulling. Smaak voor kunst is oneindig gecompliceerder dan smaak voor voedsel en drank. Men moet naar kunst leren kijken en men is nooit uitgeleerd. Men kan van een kunstwerk houden omdat het onderwerp aan iets herinnert uit de jeugd of omdat een portret een emotie oproept. Mensen houden het meest van werken die er als echt uitzien, waarbij aandacht werd besteed aan het kleinste detail. Andere mensen houden ervan dat kunstenaars een vertrouwd onderwerp op een onverwachte manier voorstellen. Moderne kunstenaars breken vaak met de traditie en moeten weerstand overwinnen.
Iedereen heeft wel eens geprobeerd een vaas met bloemen te schikken en weet dan dat compositie belangrijk is. Vormen en kleuren worden tegen elkaar afgewogen. Daar wat weg, daar wat bij. Een bloem hier weggenomen, daar bijgeplaatst. Zonder te kunnen definiëren welke harmonie men precies tracht te bereiken. Maar plots roept men uit: stop, blijf eraf, zo is het perfect in orde. Zo werkt de kunstenaar en uiteindelijk bereikt zijn werk een harmonie waarmee hij kan leven.
.
Wilfried Andries kende de weg die Marc aflegde en hij schetste die voor de aanwezigen: "Talent is één zaak. Opleiding een tweede. Een ruwe diamant moet geslepen worden. Marc besefte dat zijn werk zonder verdere scholing niet zou evolueren en zou blijven steken in het middelmatige. Hij volgde middelbare graad aan de academie van Beveren en startte een vijftiental jaar geleden de opleiding schilderen hogere graad bij Eric De Haes en Benny Luyckx. Daarna nog zeven jaar aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Sint-Niklaas bij Jacques Neve. Hij leerde er hoe een snelle schets even essentieel is voor de figuurtekenaar als vingeroefeningen voor een pianist. Hij kreeg oog voor perspectief. Hij leerde in zijn werken het licht vangen en hoe licht en schaduw kunnen gebruikt worden om driedimensionale beelden te creëren op een plat vlak. Door gebruik van arceerlijnen geeft hij zijn portretten diepte en een helder patroon van licht en schaduw."
Nu hij stilaan op weg is naar de senioren via de medioren, is zijn werk gerijpt en de vruchten van zijn artistieke inspanningen van de laatste jaren, werden in het prachtige kader op Cortewalle tentoongesteld. Het is een verzameling potloodtekeningen en acryl op papier. Portretten en tekeningen.
De inleider betrok, en terecht overigens, de mensen van de Koninklijke Piet Stautkring er bij. Ze zijn al decennia lang actief op een hoog cultureel niveau en geven in de geest van Piet Staut zowel jongere als rijpere kunstenaars de kans om hun werken te tonen.

De tentoonstelling van Marc Van Wabeke is nog te bezoeken op zaterdag 12 en zondag 13 december van 14 tot 18u in het Kasteel Cortewalle. (Rolf Duchamps)