De moeilijke weg naar een volksraadpleging

De gemeenteraad van Zwijndrecht besliste op 22 oktober over de datum en de vraagstelling voor de gemeentelijke volksraadpleging over de Oosterweelverbinding. De volksraadpleging zou plaatsvinden op 20 december met de vraag "Bent u het eens met de aanpassingen aan de verkeersinfrastructuur op het grondgebied van de gemeente Zwijndrecht zoals die gepland zijn in het project van de Oosterweelverbinding? Ja of Neen."
De Antwerpse gouverneur schorste deze beslissing omdat ze van oordeel was dat de Oosterweelverbinding niet langer tot de bevoegdheden van Zwijndrecht behoort. De gemeente had immers al op 1 september een advies uitgebracht over de bouwaanvraag voor de Oosterweelverbinding. De Oosterweelverbinding zou hierdoor enkel nog een bevoegdheid zijn van de Vlaamse overheid.
Maar de Zwijndrechtse gemeenteraad legde zich daar zomaar niet bij neer en besliste op 5 november om haar eerdere beslissing te rechtvaardigen bij de Vlaamse regering. Dat is de enige voorziene procedure om in beroep te gaan tegen het schorsingsbesluit van de gouverneur.
lange weg
De weg naar de volksraadpleging is ondertussen al lang geworden. We bewandelen hem in dit overzicht. Het was op 18 augustus 2009 dat namens de huisartsen van Zwijndrecht een verzoek ingediend werd bij het gemeentebestuur voor het houden van een volksraadpleging over het door BAM nv. voorziene tracé van de Oosterweelverbinding binnen de gemeente Zwijndrecht.
Zo kon gestart worden met het verzamelen van handtekeningen want er moesten er 3000 zijn om het verzoekschrift te kunnen indienen. Er werden 3 903 handtekeningen ingediend maar die moesten wel gecontroleerd worden op hun geldigheid. 3 387 handtekeningen werden gecontroleerd. Hiervan waren er 310 ongeldig omdat ze dubbel,onleesbaar, niet ingeschreven in Zwijndrecht, te jong waren. De slotsom was dat er dus 3 077 geldige gecontroleerde handtekeningen waren. Er waren er waarschijnlijk wel meer maar 519 werden niet meer gecontroleerd en 3000 was voldoende. Het college nam er kennis van de volksraadpleging kwam op 22 oktober op de agenda van de gemeenteraad.
De volksraadpleging diende gehouden te worden op een zondag tussen 8u en 13u. De deelname aan de stemming was niet verplicht maar in Zwijndrecht dienden er minstens 3 000 deelnemers te zijn aan de stemming. (Als de cijfers van alle stembureaus toekomen op het hoofdbureau, en deze bedragen meer dan 3 000 stemmen, dan kan het opnemen van de stemmen beginnen.)
De werkgroep die de verkiezingen steeds ondersteunt zou de organisatie van de volksraadpleging regelen. Er was reeds gesteld om de volksraadpleging op papier (en niet elektronisch) te laten doorgaan om minder medewerkers te moeten inzetten, om kosten te besparen, om de timing te kunnen respecteren.
De vraag die een antwoord vroeg was: “Bent u voor de geplande Oosterweelverbinding op Zwijndrechts grondgebied 'ja','neen'". Maar de gemeenteraad wenste die vraag wat te verduidelijken en het werd:
Bent u voor de geplande werken in functie van de Oosterweelverbinding op Zwijndrechts grondgebied
Of 'Bent u het eens met de aanpassingen aan de verkeersinfrastructuur op het grondgebied van de gemeente Zwijndrecht zoals die gepland zijn in het project van de Oosterweelverbinding? Ja of neen';
zondag 20 december 2009
De gemeenteraad diende zich in oktober te beraden over het houden van een volksraadpleging, inclusief de datum en de vraagstelling. Er werd gestemd en voor de vraagstelling waren er 25 ja-stemmen. Voor de datum van 20 december waren er toen 20 ja stemmen die kwamen van Groen!, CD&V, sp.a, Open VLD en 1 onafhankelijk zetelend raadslid.De 5 neen stemmen waren van Vlaams Belang-Vlott-fractie.
Gaat over tot de stemming;
Met 25 ja stemmen voor de vraagstelling;
Met 20 ja stemmen van Groen!-, CD&V-, sp.a- en Open VLD-fractie en 1 onafhankelijk raadslid en 5 neen stemmen van Vlaams Belang-VLOTT-fractie voor de datum.
Gemeenteraad rechtvaardigt volksraadpleging
Het kwam dus allemaal niet zo ver omdat de Antwerpse gouverneur de beslissing van de gemeenteraad schorste. Op 5 november had de gemeente dan toch een antwoord klaar dat die beslissing wilde rechtvaardigen bij de Vlaamse regering. Dat was trouwens om haar eerdere beslissing te rechtvaardigen bij de Vlaamse regering. Dat is de enige voorziene procedure om in beroep te gaan tegen het schorsingsbesluit van de gouverneur.
Het voornaamste argument hiervoor is de praktische onmogelijkheid om op een geldige manier een gemeentelijke volksraadpleging te organiseren binnen termijnen die wettelijk voorzien zijn. Twee Vlaamse decreten zijn hier niet op elkaar afgestemd. Het decreet op de ruimtelijke ordening bepaalt hoeveel tijd de gemeente heeft voor het insturen van een advies bij bouwaanvraag. Het gemeentedecreet bepaalt de organisatie van een gemeentelijke volksraadpleging.
Het is onmogelijk om tijdens de beperkte periode die men krijgt om een advies te formuleren, ook nog eens een geldige volksraadpleging te organiseren. Tijd tekort dus. De gemeente Zwijndrecht informeerde bij de Vlaamse overheid om, net als de Stad Antwerpen, een verlenging te krijgen van de adviestermijn. Dit werd echter niet toegestaan. Het college van burgemeester en schepenen diende dus zijn advies in, een voorwaardelijk gunstig advies, met opmerkingen.
Er was wel een aangepaste vraag. De oorspronkelijke vraag, zoals die door de actiegroep Ademloos was aangebracht, ging over het al dan niet gunstig advies dat de gemeente moest formuleren. Die vraag was niet meer realistisch omdat de gemeente al een advies had ingestuurd. Daarom besliste de gemeenteraad op 22 oktober om een aangepaste vraag te hanteren. Met deze vraag wil de gemeente kennisnemen van de mening van haar inwoners zodat die mening mee bepalend kan zijn voor het toekomstige beleid van de gemeente met betrekking tot de aanleg van een bijkomende oeververbinding.
Vanuit deze argumenten rechtvaardigt de gemeente Zwijndrecht haar eerdere beslissing van 22 oktober zodat de inwoner van Zwijndrecht eveneens de mogelijkheid krijgt om zich over een dergelijk groot infrastructuurwerk uit te spreken. (Rolf Duchamps)